De manier waarop de levensduur van een LED lamp (light-emitting diode) wordt bepaald, is compleet anders dan van traditionele verlichting. Bij traditionele verlichting, zoals gloeilampen en fluorescentie lampen, wordt het aantal branduren vermeld. Daarna gaan deze lampen stuk, sommige eerder, sommige wat later.
Bij LED verlichting gaat het anders, een LED lamp gaat niet stuk maar gaat steeds minder licht geven. Daarom kun je voor een LED lamp niet het aantal branduren bepalen. De manier waarop de levensduur wordt bepaald, zal hieronder worden uitgelegd.
LM-80
LM-80 verwijst naar een methode voor het meten van de lumen-waardevermindering van solid-state verlichtingsbronnen, zoals onze ESKALED noodverlichting. Vóór de komst van de LM-80 rapporteerden fabrikanten van led-componenten elk gegevens over lumenbehoud met behulp van hun eigen ongelijksoortige en gevarieerde methodieken. Om verwarring bij klanten te voorkomen is er een standaardmethodologie gecreëerd waarmee eindgebruikers het lumenbehoud van LED-componenten van verschillende bedrijven kunnen evalueren en vergelijken.
Kortgezegd is LM-80 is de norm waarmee fabrikanten bepalen hoe snel de lichtopbrengst van een LED lamp terugloopt. Deze norm kent een L waarde en een B waarde.