Je start een nieuw bedrijf op een nieuwe locatie of je beoordeelt je huidige bedrijfspand of situatie en je vraagt je af: "Hoeveel brandblussers heb ik nodig om te voldoen aan de Nederlandse norm?" Een vraag die vroeger op verschillende manieren beantwoord kon worden. De projecteringsnorm NEN 4001 +C1 heeft aan die onduidelijkheid een einde gemaakt. Bij het projecteren van draagbare en verrijdbare blusmiddelen wordt rekening gehouden met de verschillende gebruiksfuncties binnen een gebouw, het aantal vierkante meters en de aanwezige brandrisico's.
De basis: Risico inventarisatie en Evaluatie (RI&E)
Voordat je specifiek begint met het projecteren van de benodigde brandblusmiddelen is het hebben van een RI&E een basisbehoefte. Deze omvat meer dan alleen de brandveiligheid:
- Inventarisatie van de aanwezige gevaren en van de al genomen risico beperkende maatregelen op het gebied van (brand)veiligheid en gezondheid;
- Beoordeling en prioritering van de risico’s;
- Plan van aanpak waarin vastgesteld wordt welke maatregelen wanneer genomen zullen worden om de risico's tot een minimum te beperken;
- Toetsing van de genomen maatregelen. (Wanneer je meer dan 25 mensen in dienst hebt, dient je plan getoetst te worden door een externe partij)
Basisbeveiliging volgens de NEN 4001
Verdeel het te beveiligen gebouw in zones waarin per zone één belangrijkste brandklasse en activiteit (gebruiksfunctie) te onderscheiden is. Meer lezen over brandklassen en welke blusstoffen daarvoor geschikt zijn? Lees onze blog: "Brandklassen en blusrating, hoe zit dat precies?"
Toegelaten blustoestellen voor basisbeveiliging:
- 6, 9 of 12 kilogram poeder;
- 6 of 9 liter schuim of watermist.
Per zone de blustoestellen projecteren, afhankelijk van inhoud, vloeroppervlak en gebruiksfunctie (gebruik hiervoor Tabel 2 volgens NEN 4001 hieronder)
- Een brandslanghaspel telt als één basisbeveiligingseenheid mits deze geschikt is voor de in de zone aanwezige brandklasse;
- Per zone minimaal één blustoestel;
- Maximale loopafstand tot een blustoestel: 20 meter.
De NEN 4001 geeft aan dat hoe groter het blusmiddel is, hoe minder je er in de praktijk nodig hebt. Wel adviseren wij lichtere blusmiddelen (maximaal 6 kilogram of 6 liter), aangezien deze een hoger gebruiksgemak hebben.
Blustoestellen met CO2 als blusstof mogen volgens de NEN 4001 niet worden toegepast als basisbeveiliging voor gebouwen. Wel zijn CO2 blussers uitstekend geschikt als aanvullende beveiliging of voor de brandbeveiliging van lokale brandrisico’s (bijv. bij serverracks of laswerkzaamheden).
Gebruiksfuncties en benodigd aantal blusmiddelen volgens de NEN 4001
Zoals je in onderstaande tabel kunt zien, wordt er gekeken per gebruiksfunctie hoe hoog het brandrisico is. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de niveaus: laag risico, gemiddeld risico en hoog risico.
- Eisen blusmiddelen laag risico: 1 blustoestel van 6 kilogram of 6 liter per 300 m² óf 1 blustoestel van 9 tot 12 kilogram of 9 liter per 450 m²;
- Eisen blusmiddelen gemiddeld risico: 1 blustoestel van 6 kilogram of 6 liter per 150 m² óf 1 blustoestel van 9 tot 12 kilogram of 9 liter per 225 m²;
- Eisen blusmiddelen hoog risico: 1 blustoestel van 6 kilogram of 6 liter per 100 m² óf 1 blustoestel van 9 tot 12 kilogram of 9 liter per 150 m².
Aanvullende brandbeveiliging
Geen locatie is hetzelfde en vaak hebben locaties specifieke brandrisico's die niet gedekt worden door de basisbeveiliging. In die gevallen is aanvullende brandbeveiliging een must. Zoals eerder aangegeven zijn CO2 blussers een vorm van aanvullende brandbeveiliging. Dit geldt ook voor kleinere blussers en blusdekens. Deze worden dus naast de basisbeveiliging geplaatst. Locaties waar dit vaak voorkomt: bij brandgevaarlijke machines en processen, computer- en serverruimtes en schakelkasten. De maximale loopafstand tot een blustoestel is 5 meter vanaf het specifieke brandrisico.
Hooggelegen brandrisico's / verrijdbare blustoestellen
In distributiecentra of productielocaties waar in een ruimte zich brandrisico's bevinden op grotere hoogte kan gekozen worden voor verrijdbare blustoestellen. Deze hebben een grotere worphoogte om een beginnende brand te kunnen blussen.
In dit geval kan gebruikt gemaakt worden van:
- een verrijdbaar blustoestel met als blusstof 50 kilogram ABC- of BC bluspoeder;
- een verrijdbaar blustoestel met als blusstof 45 of 50 liter water, water met additieven of schuim.
Bovenstaande is niet nodig wanneer de ruimte is beveiligd met een brandslangsysteem of een sprinklerinstallatie.
Eén bluswagen vervangt:
- 8 draagbare blustoestellen met een inhoud van 6 kilogram of 6 liter;
- 5 draagbare blustoestellen met een inhoud van 9 of 12 kilogram of 9 liter.
Maximale loopafstand naar een bluswagen is 30 meter
Het plaatsen van blustoestellen
De blussers dienen met pictogram volgens de NEN 3011 aangeduid te worden. Er staat in de norm niet exact waar een blusser opgehangen dient te worden, daar sta je in principe vrij in. Ons advies is wel om deze op een gemakkelijk bereikbare plek te hangen, vrij van obstakels.
Montagehoogte brandblusser:
- Maximaal 1,5 meter voor blustoestellen van maximaal 4 kilogram of 3 liter inhoud;
- Maximaal 1 meter voor blustoestellen met meer dan 5 kilogram of 6 liter inhoud.
Bij koel- en vriescellen: buiten de gekoelde ruimte bij elke toegangsdeur. Denk aan passende beschermhoezen of kasten bij locaties waar externe factoren de blussers kunnen beschadigen.
Hulp nodig?
Heb je toch hulp nodig bij het projecteren van het aantal blusmiddelen in jouw bedrijf? Wij helpen je graag verder. Ook kun je bij ons de opleiding: 'Projecteringsdeskundige blustoestellen NEN 4001' volgen.